HD wat is dat?

HD wat is dat eigenlijk?

De afkorting staat voor Heup Dysplasie, en dysplasie betekent "abnormale groei". Vergroeiing of misvorming dus eigenlijk. Het is een aandoening die voor ongeveer 2/3 wordt veroorzaakt door milieufactoren, voor 1/3 is het erfelijk bepaald. De vele internationale wetenschappelijke onderzoeken die in de loop der jaren gedaan zijn hebben dat uitgewezen.
Simpel gezegd is het zo dat een hond met een aanleg voor HD dat kan ontwikkelen wanneer de milieufactoren ongunstig zijn, en hij kan het in lichte mate ontwikkelen als de milieufactoren gunstig zijn. Heeft een hond de erfelijk aanleg niet, dat zullen ook ongunstige milieufactoren niet van zware invloed zijn op het ontwikkelen van de afwijking.
Zie deze aandoening als een huis: als er geen fundament is (geen erfelijke aanleg) kan het niet worden gebouwd. Geen HD. Zelfs bij veel materialen (belastende milieufactoren) wordt het nooit wat: dat huis blijft niet staan. De aandoening ontwikkelt zich niet.
Als er wel een fundament is (erfelijke aanleg) maar de materialen zijn er niet of onvolledig (weinig belastende milieufactoren) wordt het een klein en incompleet huis. Zeg maar een lichte vorm van HD of alleen een röntgenologisch zichtbare aanleg.
Zijn de materialen er allemaal wel (veel belastende milieufactoren) dan wordt het een volledig en groot huis: HD is dan aanwezig en in mindere of meerdere mate ontwikkeld.
Overigens betekent ontwikkelde HD niet per definitie dat de hond klachten heeft: een goede bespiering kan veel opvangen. Hoe dat kan, leggen we u verderop in dit stuk uit.

Wat zijn nu precies die milieufactoren?

De milieufactoren omvatten verschillende aspecten. Zo is voeding belangrijk, maar ook beweging.
De samenstelling van de voeding is van groot belang. Veel mensen geven voedingssupplementen, maar dat werkt vaak tegengesteld, zo is uit onderzoek gebleken.
Een volledig voer, brokken of vers, is het beste.
Daarnaast is het erg belangrijk dat de hond niet te zwaar is, met name tijdens het groeien. Te veel gewicht is belastend voor de gewrichten.
Teveel of verkeerde beweging is ook belastend tijdens de groei. Denk daarbij aan te lange wandelingen: een pup kan nog niet uren lopen.
Verkeerde beweging is ook bijvoorbeeld: voortdurend uitglijden op het parket, dagelijks uren door het zand ploegen of aldoor maar weer achter de bal aan, en daarbij snelle draaien en sprongen maken. Allemaal dingen die niet goed zijn voor een hond in de groei.
HD is een botprobleem, en het is een onomkeerbaar proces. Als een gewricht niet goed of op een verkeerde manier is ontwikkeld, komt dat niet goed.
Het is niet van te voren te zien, een diagnose is pas te stellen als de hond minimaal een jaar oud is. Dan kunnen er röntgenfoto's worden gemaakt die vervolgens door een speciale commissie van de Raad van Beheer dienen te worden beoordeeld.

Wat zijn de symptomen?

De symptomen hangen af van de ernst van de afwijking. Bij een ernstige vorm van HD kan een hond last hebben van:
  • Stijfheid;
  • Startproblemen na het slapen;
  • Een achterpoot ontzien.
Het is niet zo dat dergelijke dingen betekenen dat uw hond HD heeft: HD kan alleen worden vastgesteld door het nemen van röntgenfoto's, die vervolgens door een orthopedisch gespecialiseerde dierenarts of door de specialisten van de Raad moeten worden beoordeeld.
Maar ook andere dingen kunnen de oorzaak zijn van klachten. Laat uw hond bij dergelijke problemen dus altijd controleren door uw dierenarts!

Hoe ziet dat er uit, goede of slechte heupen?

Hiernaast is een heupgewricht afgebeeld.
Bij de ideale situatie zoals hier aanwezig, is de gewrichtskop van het dijbeen 100% aangesloten in de gewrichtskom. De kop is volledig opgesloten in de heupkom en vertoont geen speling.
Helaas komen dergelijke perfecte heupen niet zo vaak voor als we wel zouden willen.
Daarom heeft de Raad van Beheer al vele jaren geleden een onderzoekscommissie in het leven geroepen waar door een team van deskundigen ingezonden röntgenfoto's van heupen kunnen worden beoordeeld. Deze beoordeling kent een streng protocol: alleen het ras is bekend en de leeftijd van het dier, maar de naam en de eigenaar is dat niet. De foto moet aan strenge eisen voldoen: ligt de hond niet exact zoals voorgeschreven dan kan dat de uitslag beïnvloeden, en om die reden worden soms foto's afgekeurd. In dat geval zal de dierenarts gratis een nieuwe foto maken, zodat de heupen van de hond in kwestie opnieuw kunnen worden beoordeeld.Nieuwe alinea
Op deze manier kan de erfelijkheid van deze aandoening in kaart worden gebracht en kunnen betrokkenen inzicht krijgen in welke fokdieren de beste keuze zijn.
Hierbij kijken we dan niet alleen naar de heupen van de ouderdieren, maar ook naar die van de nestgenoten van de ouders en de nakomelingen via andere lijnen en verwantschap.

Kijk eens mee naar de onderstaande röntgenfoto's

Op deze foto's ziet u de heupen van een pup. Links de eerste levensdag: de heupen en de dijbeenbotten raken elkaar nog niet. Het bekken is nog nauwelijks ontwikkeld. Dat is nodig, anders zou de pup niet geboren kunnen worden. Uiterste flexibiliteit van het hele lichaam is nodig om door het geboortekanaal te passen!
Wanneer de pup 8 weken is, begint het al enigszins op een heupgewricht te lijken, maar echt gevormd is het nog niet. Zo zien de heupen er dus uit als u uw pup meekrijgt: geen wonder dat ze dan nog wankel op de pootjes staan! En nu begrijpt u meteen waarom u voorzichtig moet zijn met uw pupje: het zit nog niet zo stevig in elkaar allemaal!
Op de rechterfoto ziet u de heupen van een jonge hond van 20 weken. Het is nu een min of meer compleet heupgewricht.

Wanneer is een heup goed?

Vergelijk deze foto's eens en u kunt zeer waarschijnlijk zelf ook het verschil zien:
Op foto 1 ziet u hoe goede heupen horen te zijn. Op deze foto is duidelijk zichtbaar dat het hier goede heupen betreft: de kop sluit netjes in de kom, en de kom is regelmatig van vorm en mooi glad.
Op foto 2 ziet u duidelijk aangetaste heupen en de aansluiting is zeer onregelmatig. Deze heupen zijn duidelijk niet goed.
Op foto 3 ziet u zeer slechte heupen. De heupkom is nauwelijks aanwezig en het is duidelijk dat deze hond een zeer goede bespiering moet hebben om de heupen nog ongeveer op de goede plaats te houden!
Tussen goede en slechte heupen zijn uiteraard vele tussenvormen mogelijk, en daarom bestaat het beoordelingsteam van de Raad van Beheer dan ook uit drie personen, die ook regelmatig wisselen. Zo streeft men te allen tijde naar een objectieve blik.
Vraag niet aan uw dierenarts wat hij/zij ervan vindt: alleen het onderzoekspanel van de Raad kan een definitieve uitslag geven. Deze uitslag is bindend en wanneer de mening van uw dierenarts afwijkt kan dat dus teleurstellingen opleveren.
De in Nederland gebruikte gradaties zijn FCI-normen, maar tot zo'n 6 jaar geleden hanteerde Nederland zijn eigen normen. Omdat men het noodzakelijk vond de normen van Nederland gelijk te trekken met de normen van alle andere FCI-landen, is er sinds die tijd een andere vorm van uitslagen weergeven: gebruikte Nederland eerst coderingen, nu hanteren we net als alle FCI-landen lettercodes.
Op oudere stambomen vinden we vaak de oude coderingen nog terug. Tegenwoordig gebruiken we dus alleen de lettercoderingen
Dit zijn:
HD A (was: - ) Röntgenologisch vrij van heupdysplasie
HD B (was: TC) Overgangsvorm: Röntgenologisch geringe afwijkingen
HD C (was: ± ) Licht positief: Röntgenologisch afwijkingen aanwezig
HD D (was: + ) Positief: Röntgenologisch duidelijke afwijkingen aanwezig
HD E (was: ++ ) Positief in optima forma: Röntgenologisch ernstig misvormd.
De uitslag van een röntgenfoto geeft alleen uitsluitsel over de heupen van de hond in kwestie, en uiteraard niet over die van zijn voorouders. Ook is uit de foto niet op te maken hoe de milieufactoren waren: kreeg de hond teveel te eten waardoor de heupen extra belast werden? Liep hij dagelijks door mul zand te ploegen? Of waren de omstandigheden juist tegengesteld?
Fokkers hebben soms heel goede uitslagen, maar ook alle honden in kennels. Wel een fundament (genetische aanleg) maar geen bouwmaterialen (geen belastende milieufactoren) want de honden liggen de hele dag in die kennels... Prima omstandigheden dus, of juist niet? Want door zoiets kan een aanleg onderontwikkeld blijven. En we gunnen geen hond HD, maar we willen liever wel weten of die aanleg er is natuurlijk. We willen dus graag honden die bewegen, want daar is wat uit op te maken.
Al deze dingen zijn van invloed op de ontwikkeling van de heupen en dus ook op de uitslag van de foto.
En juist deze dingen zijn van belang.
Is de kans genetisch verhoogd of juist niet? Daarvoor moet je vele generaties terugkijken en al die uitslagen meenemen in je mening.
Is een hond HD-vrij maar hebben alle voorouders HD in optima forma, dan heb je geluk, maar zo'n hond is niet zo heel geschikt om mee te fokken. Want zijn aanleg zal waarschijnlijk niet zeer goed zijn en dat geeft hij dan weer door aan het nageslacht.
Heeft een hond matige heupen maar zijn alle voorouders prima in orde? Dan is dat pech, maar de kans dat deze hond goede genen heeft is niettemin vrij groot.
Bij de Cane Corso is het gebruikelijk alleen met HD-A, HD-B of HD-C-dieren te fokken. Soms wordt ook met HD-D dieren gefokt, mits daar een goede heupuitslag tegenover staat. Dat dit mag, heeft te maken met het kleine aantal beschikbare dieren in de fokkerij. Er zijn simpelweg te weinig dieren om honden vanwege een HD-uitslag uit te sluiten, als de rest wél de moeite waard is. Een hond is tenslotte niet alleen heupen, maar veel meer dan dat.
Maar het is moeilijk afwegingen te maken. En feitelijk moet er niet alleen naar voorouders en milieu worden gekeken, maar ook naar de specificaties van de uitslag.
Nederland is een van de zeer weinige landen waar de specificaties van de heupuitslagen wordt vrijgegeven en daar kunnen we dus dankbaar gebruik van maken.
DeNorbergwaarde betreft de diepte van de heupkom.
Van beide heupkoppen (1) wordt het middelpunt bepaald en deze middelpunten worden verbonden met een lijn. In beide heupgewrichten wordt vanuit dit middelpunt een lijn langs de voorste rand van de heupkom (2) getrokken. De hoek (3) die beide lijnen in het middelpunt van de heupkop met elkaar maken, minus 90, geeft de Norbergwaarde van het betreffende gewricht. De Norbergwaarden van linker en rechter gewricht bij elkaar opgeteld geeft de "som Norbergwaarden", die op het rapport vermeld is.
Verder bekijkt de commissie de botafwijkingen: heeft een hond goede Norbergwaarde (NB) maar botafwijkingen, onregelmatigheden dus in de randen en het gewricht zelf, dan beïnvloedt dat de uitslag ten nadele. Botafwijking (BA) 0, 1, 2 en 3 zijn mogelijk, waarbij 0 aangeeft dat het gewricht vrij is van afwijkingen.
Dan is er nog de aansluitingvan de kop in de heupkom. Vrijwel alle honden uit de jachthondengroep hebben onvoldoende aansluiting (OA). Dat is heel normaal bij een hond die veel loopt en beweegt. Zeer af en toe heeft een hond een goede aansluiting. Ook kan de kwalificatie slechte aansluiting (SA) worden gegeven. Dat laatste komt eigenlijk alleen voor wanneer de heupen toch al matig waren, maar onvoldoende of slechte aansluiting kan ook veroorzaakt worden doordat de hond onder narcose was toen de foto werd gemaakt.
Nieuwe alinea
Dat wordt vaak gedaan en heeft vaak een negatieve invloed op de uitslag hierdoor.
Wij adviseren dan ook een dierenarts te zoeken die de foto zonder narcose of roesje maakt.
Om uw hond te laten röntgenen moet deze minimaal een jaar oud zijn.

En als de uitslag slecht is?

Tja wat is slecht?
Heel slechte heupen komen bij Cane Corso natuurlijk wel eens voor, maar wanneer uw hond uit een weloverwogen combinatie komt is die kans niet zo heel groot.
Als het wel gebeurt, laat u dan niet overhalen tot allerhande middelen die het probleem zouden kunnen verhelpen. Houd altijd het belang van uw hond in het oog: hij is degene die ermee moet leven.
Van groot belang is een goede bespiering, die veel op kan vangen. Laat u niet overhalen tot allerlei rommel: HD is een botafwijking, en dat is niet te repareren met pillen, poeders en zalfjes.
HD houdt feitelijk in dat de heupkop en de heupkom onvoldoende aansluiten. Het is dan ook duidelijk dat wanneer een hond een goede bespiering heeft, deze enorm helpt om de boel letterlijk bij elkaar te houden. Een goede conditie en bespiering kan de eventuele klachten aanzienlijk verminderen en voor een deel voorkomen.
Wanneer uw hond dus minder goede heupen heeft, laat dan in geen geval de hond minder lopen en zwemmen: daarmee wordt de kans op klachten vergroot en niet verkleind. Spieren vormen als het ware een steunend korset. Rust houden betekent verslapping van dat korset.
Ideaal voor goede bespiering is fietsen. U vindt daar verder op deze pagina meer over.

De juiste ontwikkeling, oftewel: het goede milieu

Hoeveel mag een pup dan lopen als we willen voorkomen dat het fout gaat met die heupen? Of geven ze het zelf wel aan?
Nou, nee, dat doen ze dus niet. Een pup vindt alles nog zo spannend dat ze doorgaan tot ze neervallen en dan bent u dus te ver gegaan. Die totale uitputting moet je voor zijn. De meest simpele methode is het aantal maanden vermenigvuldigen met vijf minuten.
Oftewel: een pup van twee maanden mag tien minuutjes per keer lopen, een pup van vier maanden mag er twintig.
Daarna is hij echt toe aan rust. Uiteraard mag uw hondje wel meerdere malen per dag lopen, maar let goed op dat het niet te veel is. Voor u het weet is de hond een jaar en mag u lekker een uur lopen. Het is zover voor u het weet!

Spelen kan geen kwaad?

Was het maar waar! Pups doen allerlei dingen die helemaal niet goed voor ze zijn. U bent degene die moet zorgen dat ze niet over hun grenzen gaan. Zorg dus dat de pup niet voortdurend in spagaat over het parket gaat, dat hij niet in de gladde gang uit de bocht vliegt en dat hij niet voortdurend wild met balletjes speelt. De korte stukjes, het acute remmen en het opspringen zijn allemaal niet erg goed voor uw opgroeiende hond.
En beschadigingen zijn snel opgelopen, maar vaak levenslang aanwezig.

Traplopen

Traplopen is niet goed voor een hond. Niet voor een jonge hond en niet voor een volwassen hond.
De reden hiervoor is simpel: honden doen zulke dingen niet rustig. Als u uw hond wilt leren traplopen mag dat best, maar leer hem dan vooral dat het rustig dient te gebeuren.
Trap op valt nog wel mee, maar trap af is erg slecht voor de rug, de heupen, de ellebogen, de schoudergordel, kortom: voor de hele hond. Realiseert u zich dat de schouder van de hond anders gebouwd is dan de onze: de voorpoten en de schouders zijn alleen opgehangen in spieren. En spieren hebben snel een blessure, vooral als er onnatuurlijke bewegingen mee worden gemaakt.
Traplopen mag dus best, maar beperk het zoveel mogelijk. En leer de hond voor alles rustig te lopen, met name naar beneden!

Fietsen

Fietsen met de hond is prima voor uw conditie en voor die van de hond. Maar er zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden.
Zo kunt u niet met een pupje beginnen te fietsen: het aanleren kunt u beginnen als de hond ongeveer 8-9 maanden oud is. Dan dient u eerst heel rustig te beginnen met de hond te leren naast de fiets te lopen, aan de rechterkant. Een springer, een speciale bevestigingsveer voor aan de riem, is hiervoor heel geschikt. U begint dan eens rustig met een stukje te lopen terwijl uw hond naast de fiets meeloopt. Als dat allemaal goed gaat kan het rustig worden opgebouwd.
Als de hond dan aan de fiets gewend is, is het heel belangrijk dat u de hond laat draven. Niet in galop dus, maar rustig draven. Dat is de regelmatige beweging die gezond is voor de ontwikkeling van de boten en spieren en die tegelijk niet belastend is.
Tenslotte dient u rekening te houden met het weer:
Als het warm is, (als richtlijn kunt u aanhouden: boven de 20 graden), is het niet raadzaam te fietsen. Het hete asfalt kan de hond pijn doen en de hond kan last krijgen van oververhitting. Mensen die fietsen in de hitte en dan hun hond lekker laten afkoelen in het water, vragen om een hartstilstand! Bij de hond dan, wel te verstaan... Niet doen dus!
Als u in de zomer ook wilt fietsen, doe dat dan 's morgens vroeg of eventueel 's avonds, als het is afgekoeld. Let wel op dat het asfalt niet meer heet is. Uw hond zal u er dankbaar voor zijn.
Share by: