DE CANE CORSO

DE CANE CORSO

Stof tot nadenken, door Nancy Koper
Een goed artikel over de Cane Corso en zijn karakter. Een bestand om te downloaden in PDF

Een vlotte en actieve molosser

De Cane Corso is als ras nog erg jong, pas in 1996 ontving het zijn officiële erkenning. Toch bestaat deze hond al eeuwenlang, er zijn zelfs vermeldingen over de Cane Corso te vinden in literatuur uit de twaalfde eeuw. In tegenstelling tot wat zijn uiterlijk doet vermoeden, startte de Cane Corso zijn carrière als simpele boerenhond die voor allerlei klusjes in het bedrijf werd gebruikt. In de twintigste eeuw was het ras, door veranderde agrarische omstandigheden, vrijwel uitgestorven. Met vereende krachten hebben enkele vastberaden liefhebbers de Cane Corso echter weten te redden van de ondergang. Tegenwoordig vindt men deze hond nog steeds op Italiaanse boerderijen, maar elders in de wereld wordt hij voornamelijk als huishond en huisvriend gehouden.

Uiterlijk

De Cane Corso is een vrij grote, kortharige en duidelijk dogachtige hond. Hij is echter totaal niet log of plomp zoals wel eens gezien wordt bij veel andere molosserrassen. De Corso is juist elegant en atletisch en beschikt over een snelheid, waarop menig veel lichtere hond jaloers kan zijn. Het gewicht van de gemiddelde Cane Corso ligt rond de 40 tot 50 kilo, bij een schouderhoogte van 60 tot 68 centimeter. als pup zijn deze honden, met hun droopy-ogen en lichtelijk vroegtijdig oud aandoende koppies, aanbiddelijk om te zien. Als volwassen dier zijn ze imposant en stralen ze kracht en lenigheid uit met hun brede kop en gespierde lichamen. De voorkomende kleuren zijn zwart, verschillende tinten grijs en verschillende tinten rood, maar ook gestroomd.

gedrag

De goede Cane Corso is een betrouwbare, moedige, evenwichtige en zelfstandige hond met een stabiel temperament. Zoveel goeds komt echter niet zomaar aanwaaien, daar zal voor gewerkt moeten worden en dat begint met een goede fok. Hoewel het volkomen atypisch is voor het ras, komen er binnen de Corsopopulatie angstige honden voor, met name onder de teven. Omdat angst vrij snel overerft is het dus belangrijk geen pup aan te schaffen van angstige ouders.
De Cane Corso behoort tot de dogachtigen en dat houdt automatisch in dat er een goede, actieve en langdurige socialisatie dient plaats te vinden, wel hij uitgroeien tot een open, vriendelijke en zelfverzekerde hond zonder bovenmatig wantrouwen naar vreemden. Ook na de puppytijd, tot ruim in de volwassen leeftijd, dient hij volop tussen de mensen te zijn om te voorkomen dat de hond zijn verworven vaardigheden weer kwijtraakt. Angst om op die manier een allemansvriend of een watje te kweken hoeft u niet te hebben. Dat zit gewoon niet in zijn aard.
Een goede opvoeding is de derde pijler waarop het gedrag van de Cane Corso rust. Een rustige, rechtlijnige en zeer consequente werkwijze geeft het beste resultaat. Een harde aanpak is niet verstandig, omdat hardheid door de hond kan worden beantwoord met nog meer hardheid of zelfs kan resulteren in angstige en onzekere honden. Een goed getimede beloning en een spelletje op zijn tijd doen echt wonderen. Een goede puppy- en gehoorzaamheidscursus zijn beslist aan te raden. Zeker het eerste jaar leert de Cane Corso behoorlijk snel en hij laat voor een molosser een opmerkelijke intelligentie zien.
Onder de dogachtigen is de Cane Corso beslist één van de vlottere en makkelijker trainbare types. Als u een dog zoekt waar ook echt mee kan worden gewerkt en die dat nog leuk vindt om te doen ook, is de Cane Corso zeker het overwegen waard. Hij is slim genoeg om in gedrag & gehoorzaamheid mee te komen en niet te zwaar om in actievere sporten als bijvoorbeeld behendigheid lekker mee te kunnen doen. Ook speuren is een prima bezigheid voor dit ras. Minder geschikt zijn sporten waarin het waakse karakter van de Cane Corso wordt gestimuleerd. Dat is ook niet nodig, want waaks is hij van nature al. Niet op een vervelende manier, maar hij is altijd duidelijk op de achtergrond aanwezig, observerend en taxerend. In aanwezigheid van de baas zal hij rustig toelaten dat vreemden het huis betreden, maar dat wil niet zeggen dat die ook ongestraft kunnen binnenkomen als de hond alleen thuis is en als het moet zal hij tot het uiterste gaan om 'zijn' familie en haar bezittingen te beschermen. Voor het gezin is de goed opgevoede Cane Corso een aanhankelijke en zeer vriendelijke hond. Hij wil graag onderdeel van de familie zijn, maar zal er ook geen punt van maken als hij zichzelf eens een poosje moet vermaken. meestal kan hij uitstekend met de kinderen overweg, al kan hij voor de jongsten wel eens wat te bewegelijk zijn, zeker als het een jonge hond betreft. Uiteraard dient er altijd een volwassen toezicht te zijn, maar dat geldt voor ieder ras.
Ondanks zijn formaat is de Cane Cors oeen zeer actieve hond, die soms zelfs ietwat onstuimig uit de hoek kan komen. Andere huisdieren hebben weinig van de Cane Corso te vrrezen. Met honden is de omgang wisselend. De ene Cane Corso gaat er uitstekend mee om, de andere kan zich behoorlijk dominant opstellen. En hoewel hij niet zo snel actief de confrontatie op zal zoeken, gaat hij die ook niet uit de weg als hij wordt uitgedaagd. De Cane Corso heeft behoorlijk wat lichaamsbeweging nodig. Hij houdt van lange wandelingen, maar ook lopen naast de fiets of joggen met de baas gaan hem uitstekend af. Als er ruimschoots wordt voorzien in voldoende activiteiten is de Cane Corso in huis een lekker rustige hond. Maar als hij zijn energie niet kwijt kan, is het mogelijk dat hij zich gaat uitleven op het meubilair en dan is het verbazingwekkend wat een ravage een paar van die krachtige kaken in zeer korte tijd kunnen aanrichten.
De Cane Corso is een hond die niet voor iedereen geschikt is. De hond is groot en sterk, en daarnaast nogal zelfstandig en soms behept met een ietwat dominante inslag. Verder is hij actief, ietwat wantrouwig tegenover vreemden, intelligent en waaks. De Cane Corso verlangt een sportieve baas met een beetje ervaring en natuurlijk overwicht, die al die elementen op een rustige manier in goede banen weet te leiden. Kunt u dat allemaal, dan heeft u aan de Cane Corso een gouden hond, een goede vriend en een geweldige kameraad voor het leven.

Geschiedenis

Hoewel de naam anders doet vermoeden, ligt de bakermat van de Cane Corso niet op het eiland Corsica. Corso is afgeleid van het Latijnse woord 'cohors', wat ruwweg 'bewaker van het erf' betekent en Cane (spreek uit: 'kane', dus niet op zijn Engels 'keen') is gewoon hond. Zijn naam geeft dan ook gelijk aan waar de Cane Corso in het verleden vooral voor werd gebruikt. De aller vroegste voorouders van het ras gaan terug tot de Romeinse strijdhonden, de Canis Pugnax, die op hun beurt weer voortkwamen uit de molossers die rond de vierde eeuw voor Christus vanuit Assyrië en Griekenland in Italië terechtkwamen. Hieruit hebben zich verschillende hedendaagse dogachtigen ontwikkeld, zowel de hele zware typen zoals de Mastino Napolitano als de lichtere typen waartoe ook de Cane Corso behoort.
De oorspronkelijke vecht- en oorlogshonden ontwikkelde zich in Italië door de eeuwen heen tot een zeer veelzijdige hond, die voor allerlei doeleinden kon worden ingezet. Hij startte zijn vreedzame carrière als hulp voor de boerenbevolking zo rond de twaalfde eeuw. Voor deze bevolkingsgroep bleek de grote, weer bare hond onmisbaar op meerder vlakken. Zo deed hij dienst als waakhond op de vaak afgelegen boerderijen, werk waar hij uitstekend in voldeed zonder al te agressief te worden, maar met behoud van het vermogen om ogenblikkelijk en zelfstandig in te grijpen als er echt onraad was. Ook stak hij een pootje uit bij het verplaatsen van de runderen van en naar de weiden en stallen, het in bedwang houden van onwillige stieren en beschermde het vee tegen rovers, zowel die op twee als op vier benen. Het boerenleven was in die tijd niet bepaald een vetpot en een hond moest bovenal nuttig zijn en zijn eigen kostje verdienen. Vrijwel iedere boerenfamilie fokte dan ook zijn honden, waarbij het uiterlijk niet belangrijk was maar de werkkwaliteit des te meer. De boerenhonden werden zelden verkocht. Uit een nest werden de meest veelbelovende honden aangehouden, de rest werd vaak een kopje kleiner gemaakt. Hierdoor bleef het ras sterk en behield het zijn capaciteiten.
Door de toenemende industrialisering in de twintigste eeuw zakte het aantal Cane Corso's dramatisch, zelfs tot op de rand van extinctie. Slechts in het zuiden van Italië, rondom Puglia en Calabria, werden omstreeks de jaren '50 nog enkele exemplaren aangetroffen op boerderijen en bij jagers. Men trachtte een fokprogramma op te zetten om het ras in ere te herstellen, maar doordat er nog maar zo weinig honden over waren leek dat plan gedoemd te mislukken. Ruim twintig jaar later lukte het toch om het ras weer op poten te krijgen en in 1996 werd het voorlopig erkend door de overkoepelende internationale kynologische organisatie FCI. Tegenwoordig neemt de Cane Corso in Nederland gestaag in aantal toe. In 1997 werden hier 113 honden geregistreerd, zowel pups als importhonden. In 2005 was dat al opgelopen tot 499 exemplaren.
Inmiddels zitten we in 2017 en zijn ruim 7000 CC's in Nederland geregistreerd, waarbij gezegd moet worden dat dit aantal inclusief het grote aantal geïmporteerde honden is.

Gezondheid en verzorging

De Cane Corso is een ras dat snel groeit, waardoor jonge dieren nog wel eens met groeipijnen te kampen hebben. Door een goede voeding en juiste mate van bewegen is dit echter wel binnen de perken te houden en het is uiteraard van voorbijgaande aard. Een duidelijk aanwijsbare erfelijke afwijking is heupdysplasie (HD), wat binnen dit ras ook voorkomt. Een ander euvel waarmee de Cane Corso nog wel eens te kampen heeft, is het zogeheten 'Cherry-eye' (kersenoog). Hierbij vormt zich een rode bobbel van uitpuilend bindweefsel in het onderooglid. Dit is operatief te verhelpen.
De Cane Corso is veelal een wat kouwelijk type dat niet zo gecharmeerd is van nat en guur weer. Een warme, zachte ligplaats stelt hij zeer op prijs en helpt tevens ontsierende eeltplekken op latere leeftijd voorkomen. De vachtverzorging van de Cane Corso is minimaal. Af en toe even borstelen of goed afwrijven met een vochtige zeemleren lap is voldoende om de hond te laten glimmen als een spiegel. In de ruiperiode dagelijks even met een rubber noppenborstel de losse haren verwijderen en indien nodig de nagels knippen.
Share by: